Algemene eigenschappen
De bladeren zijn lancetvormig, donkergroen en vertonen een kruisgewijze of kransachtige bladstand, tegenoverstaande bladeren of soms drie in een krans. De stengels zijn rechtopstaand, dikwijls vier- of zeskantig, met smalle ribvleugels langs de randen en onderaan vaak verhout.
Bloei
De bloeiperiode loopt van juni tot en met september, met dichte aren van paarsrode bloemen gevormd als schijnkransen rond de stengel. De bloemen zijn vaak vijf- of zestallig, met 10 of 12 meeldraden met variatie in lengte van meeldraden en stijl om kruisbestuiving te bevorderen.
Voorwaarden en groeiplaats
Deze vaste plant heeft een sterke voorkeur voor natte, voedselrijke bodems, typisch langs oevers, moerassen, natte graslanden, rietlanden, verlandende veengebieden, ruigten en rivieroevers. Ze kan goed tegen wisselende waterstanden, is zoutmijdend en groeit in zonnige tot halfbeschaduwde plekken. Hoewel natte omstandigheden ideaal zijn, kan de plant zich soms ook handhaven op drogere plaatsen als de grond van nature genoeg vocht vasthoudt.
De plant fungeert dus als ecologische trekpleister in natte ecotopen. Daarnaast levert ze structuur in het landschap en biedt ze voedsel laat in het seizoen — belangrijk voor bijen vóór overwintering
Ecologische waarde
De Grote kattenstaart is een belangrijke nectar- en stuifmeelbron voor diverse bestuivers, waaronder bijen, hommels, honingbijen, solitaire bijen en vlinders. De plant fungeert als ecologische trekpleister in natte ecotopen. Daarnaast levert ze structuur in het landschap en biedt ze voedsel laat in het seizoen — belangrijk voor bijen vóór overwintering
Welke bijen vliegen op deze plant?
Vooral de:
- Kattenstaartdikpootbij
- Rietmaskerbij
- Grote bladsnijder
- Tuinbladsnijder
- Bonte viltbij
- Gewone slobkousbij
- Gewone geurgroefbij
Ook hommels, honingbijen en vlinders zoals Luzernevlinder, Tweekleurige parelmoervlinder, Klein geaderd witje en Boomblauwtje (Celastrina argiolus) bezoeken de bloem rijkelijk
