Wist je dat wilde bijen onmisbaar zijn voor ons voedsel en onze natuur? Toch hebben ze het steeds moeilijker. Arnhem Zoemt zet zich in om de stad bij-vriendelijker te maken. Dat doen we samen met bewoners: door kennis te delen, bloemen en planten te kweken, zaden te oogsten en vooral door iedereen te laten zien hoe waardevol de wilde bij is.
Of je nu een balkon, tuin of buurtgroen hebt – iedereen kan bijdragen. Met kleine stappen maken we samen een groot verschil.
Doe mee, leer, zaai, plant en laat Arnhem zoemen!
De helft van de 358 soorten wilde bijen die in Nederland voorkomen wordt bedreigd met uitsterven. Het probleem voor wilde bijen is vooral een gebrek aan jaarrond beschikbaar voedsel met daarbij onderdak in de buurt.
Overigens hebben niet alleen (wilde)bijen het moeilijk, ook vlinders en andere bestuivers gaan in aantal achteruit. Het feit dat wilde bijen niet ver kunnen vliegen maakt deze soorten kwetsbaar.
Door de toename van monocultuur in het landelijk gebied zijn deze dieren voor hun voortbestaan steeds meer aangewezen op bloeiende planten in parken en tuinen. Door de afname van bloemrijk grasland in wegbermen en parken en de steeds verdere verstening en vereenvoudiging van particuliere tuinen is ook in de stad het aanbod van voedsel en schuilgelegenheden beperkt. Mede hierdoor gaat het met andere dieren die insecten eten ook niet goed. We denken dat iedereen met simpele maatregelen de insecten kunnen helpen.
Het probleem voor wilde bijen is vooral een gebrek aan jaarrond beschikbaar voedsel met daarbij onderdak in de buurt.
Overigens hebben niet alleen (wilde)bijen het moeilijk, ook vlinders en andere bestuivers gaan in aantal achteruit. Het feit dat wilde bijen niet ver kunnen vliegen maakt deze soorten kwetsbaar.
Door de toename van monocultuur in het landelijk gebied zijn deze dieren voor hun voortbestaan steeds meer aangewezen op bloeiende planten in parken en tuinen. Door de afname van bloemrijk grasland in wegbermen en parken en de steeds verdere verstening en vereenvoudiging van particuliere tuinen is ook in de stad het aanbod van voedsel en schuilgelegenheden beperkt. Mede hierdoor gaat het met andere dieren die insecten eten ook niet goed. We denken dat iedereen met simpele maatregelen de insecten kunnen helpen.
We oogsten onze eigen zaden – van margriet, knoopkruid, kamille, klaprozen en rolklaver. Zaad uit de buurt is sterker dan kant-en-klare mengsels, omdat de planten hier al helemaal zijn aangepast aan de lokale bodem. Zo groeien ze beter, bloeien ze rijker én trekken ze meer bijen, vlinders en andere nuttige insecten aan.
Zet planten neer waar bijen graag op afkomen. Dat kan direct in de grond, maar ook in potten en bakken als je weinig ruimte hebt. Denk aan vaste planten zoals lavendel, zonnehoed of kattenkruid, maar ook aan kruiden zoals tijm, bieslook en munt. Zelfs een bloeiende hangplant of een bak met bloemenzaad helpt de bijen al vooruit. Zorg dat er van het vroege voorjaar tot de late herfst altijd iets in bloei staat.
Veel tuinplanten en bloemzaden die in tuincentra worden verkocht, zijn behandeld met bestrijdingsmiddelen. Deze middelen blijven in de plant aanwezig en maken nectar en stuifmeel giftig voor bijen en andere bestuivers. Daardoor lijkt het alsof je de bij helpt met extra bloemen, maar in werkelijkheid kunnen ze er ziek van worden of zelfs doodgaan.
Overal is wel een plekje te vinden om wilde bijen een kans te geven. Zoals het adopteren van een bij in je wijk.
Kijk bij adopteer een bij hoe dit werkt. Doe mee, meld je aan!
Overal is wel een plekje te vinden om wilde bijen een kans te geven. Doe mee, meld je aan! Of adopteer een bij!