Eind april vliegen de eerste oranjetipjes. De mannetjes verschijnen een tot twee weken eerder dan de vrouwtjes. De dichtheid is vaak hoog en kan oplopen tot meer dan 50 individuen per hectare. De vlinders gebruiken met name pinksterbloem en look zonder look als nectarbron. Vrouwtjes worden veel vaker nectardrinkend gezien dan mannetjes. De mannetjes patrouilleren. Zij volgen een vaste route langs herkenbare structuren in het landschap, zoals een houtwal, een ruige berm of een bosrand.
Het vrouwtje heeft een voorkeur haar eitjes af te zetten in waardplanten die op zonnige beschutte plaatsen groeien zoals in greppels of in hooilanden nabij struweel of bosranden. Vooral grote, opvallende planten met veel bloemhoofdjes die niet of nauwelijks bloeien worden gebruikt.