

Algemene eigenschappen
- Groeiwijze/hoogte: Overblijvende, polvormende plant; ca. 30–90 cm hoog. Stengels rechtopstaand, meestal onvertakt en vrijwel kaal.
- Bladeren: Basale bladeren kort gesteeld, smal spatelvormig en vaak verdrogend vóór de bloei; bovenste bladeren zittend, lancetvormig tot bijna lijnvormig, fijn gezaagd.
- Bloemen: Grote, wijd klokvormige bloemen (blauw tot wit), meestal in losse eindstandige trossen; kroonbladen tot 1/3–1/4 ingesneden, 3–4 cm lang.
Bloei
Vooral juni–juli (soms nog iets langer), rijk aan nectar en stuifmeel.
Voorwaarden en groeiplaats
- Licht: Zon tot lichte halfschaduw.
- Bodem: Matig droog tot matig vochtig, matig voedselarm–matig voedselrijk, kalkrijk (o.a. leem/mergel; ook stenige plaatsen); goed doorlatend.
- Natuurlijke standplaatsen: Bosranden, kalkrijke zoomvegetaties, open plekken in loofbos, bermen en spoorwegterreinen. .
Ecologische waarde
Belangrijke nectar- en stuifmeelbron voor wilde bijen en hommels; ook aantrekkelijk voor diverse tuinbestuivers.
In Nederland oorspronkelijk inheems; vooral van kalkrijke regio’s, met huidige verspreiding mede door verwildering uit tuinen.
Welke specifieke bijen vliegen op deze plant?
- Oligolectische specialisten op klokjes
- Kleine klokjesbij
- Grote klokjesbij, mannetjes slapen vaak in klokjesbloemen
- Klokjesdikpoot
- Regelmatige (niet-gespecialiseerde) bezoekers, o.a.:
- Tweekleurige zandbij
- Grote bladsnijder
- (Violette) houtbij
- Diverse hommels, bijv. akkerhommel, aardhommel