

Algemene eigenschappen
- Planttype: meerjarige (vaste) kruidachtige plant uit de klokjesfamilie
- Groeiwijze: slanke, vaak losse pollen of rozetten aan de basis; bloeistengels slank en rechtop.
- Bladeren: onderste (basale) bladeren vormen een rozet en zijn vaak rond tot niervormig met een getande rand; de bladeren op de bloeistengel zijn smal, lijn- of lansvormig en meestal gaafrandig. De rand van de beschrijving en afwisseling van bladtypes is kenmerkend.
- Stengel: vrij dun, weinig behaard/kaal, met meerdere fijn uitgeplaatste bloemtrosjes aan dunne steeltjes.
Bloei
- Bloemen: klokvormig, meestal licht- tot middelblauw (soms paars, zeldzaam wit of roze), met vijf verwijdende kroonlobben. Bloemen hangen vaak enigszins sierlijk aan dunne stelen.
- Bloeitijd: in Nederland doorgaans van juni tot september/oktober
Voorwaarden en groeiplaats
- Bodem en ligging: voorkeur voor droge, goed doorlatende, vaak voedselarme graslanden, duinen, dijken, open bosranden, hellingen en zelfs in kieren van muren of op rotsige plekken. Verdraagt volle zon tot lichte halfschaduw.
- Verspreiding: inheems in Nederland; in sommige streken algemener dan in andere, komt vooral voor in grazige, onbemeste graslanden.
- Tuingebruik: goed voor bloemrijke weiden, rotstuinen en wilde hoekjes; vormt met juiste omstandigheden losse pollen en is aantrekkelijk voor bestuivers.
Ecologische waarde
- Drachtplant: levert nectar en stuifmeel voor verschillende bestuivers, vooral bijen en hommels, maar ook vlinders en andere insecten bezoeken de bloemen. Door de lange bloeiperiode heeft de plant een waardevolle functie in bloemrijke graslanden.
- Habitatfunctie: typische soort van gezonde, kruidenrijke graslanden; aanwezigheid duidt vaak op relatief voedselarme, kruidenrijke situaties die belangrijk zijn voor biodiversiteit.
Welke bijen vliegen op deze plant?
Vooral de:
- Klokjesdikpoot
- Grote llokjesbij
- Kleine klokjesbij
Maar ook de
- Grote bladsnijder
- Ericabij
- Grasbij
- Tweekleurige zandbij