Waarom is de wolbij speciaal?
Ze zijn niet kritisch in voedselkeuze maar hebben wel harige planten nodig. Harige
planten zijn bijvoorbeeld ezelsoor, prikneus, slangenkruid en muizenoor. Ze gebruiken de haren van
planten om het nest te bekleden. Deze haren worden geïmpregneerd met klierstoffen van
kelkbladeren van muizenoor, klein streepzaad, bloemstelen van geranium en uitlopers van braam.
De ‘wollige’ nesten worden gemaakt in allerlei holten in dood hout en in muurspleten. Soms bouwen
wolbijen een nest in bijenhotels, maar meestal geven ze de voorkeur aan iets ruimere behuizing,
zoals in kieren in metselwerk.
Hun voedsel halen ze bij op vlinder-, lipbloemigen en helmkruidachtigen. Ze hebben een voorkeur
voor rolklavers. Maar ook (moeras)andoorn, slangenkruid en salie worden bezocht.
Mannetjes vertonen territoriumgedrag rond pollen- en nectarbronnen van de vrouwtjes. Ze
verdedigen hun territorium vaak agressief tegenover ander mannelijke wolbijen of daarop gelijkende
insecten. Ze zetten daarbij geursporen af op planten langs hun patrouilleroute.
De grote wolbij wordt regelmatig in tuinen waargenomen, de kleine wolbij is een zeldzame soort. De
kleine wolbij komt voor in bloemrijke grazige schraallanden, spoorwegemplacementen, groeven,
duingebieden en droge en warme braakliggende terreinen.