Klimopbij

De klimopbij behoort tot de zijdebijen.Zowel vrouwtjes als mannetjes hebben een borststuk dat boven bruin behaard is met lichtere zijkanten. Het achterlijf vertoont duidelijke geel- of witbruine haarbanden op een donkere achtergrond, een markant verschil met bijvoorbeeld honingbijen. Vrouwtjes en mannetjes lijken sterk op elkaar.

De klimopbij is solitair: elk vrouwtje graaft individueel een nest in de grond, maar doet dit meestal in kolonievorm samen met soortgenoten. Soms zijn de tunnels indrukwekkend diep, tot wel 2 meter. De broedcellen worden bekleed met een zijde-achtige substantie die bescherming biedt tegen vocht en schimmels.

De klimopbij is monolectisch: ze verzamelt vrijwel uitsluitend stuifmeel van klimop. Hun vliegperiode valt ongeveer van eind augustus tot half oktober, precies wanneer klimop bloeit. Voor één broedcel heeft een vrouwtje gemiddeld zo’n 23,8 mg klimopstuifmeel nodig, wat neerkomt op zo’n 300 bloembezoeken.Stadse gebieden vormen vaak geschikte leefgebieden vanwege warmte en bloeiende klimop

De oliekever is een bekende parasiet: larven hechten zich aan bijen en belanden zo in het nest waar ze de bijenlarve opeten.

Bijbehorende planten

Bijbehorende wijken