

Algemene eigenschappen
- Levensduur: tweejarige plant
- Lengte: 50–120 cm (soms tot 1,2 m)
- Blad:
- Onderste bladeren: liervormig, bochtig getand, ruw behaard, blauwgroen
- Bovenste stengelbladeren: kaal, met gave rand, pijlvormige voet encirclerend
- Stengel: rechtopstaand, gevuld, rond, onderaan behaard, boven kaal, blauwgroen door waslaag
Bloei en vruchten
- Bloeitijd: mei tot juli (in Nederland vooral juni–juli)
- Bloemen: bleekgele tot witachtige, 4 kroonbladen, 0,8–1,2 cm, trosvormig op stengeluiteinden
- Vruchten: rechtopstaande hauwen, 4–7 cm lang, tegen de stengel aangedrukt, bevatten twee rijen zaad, zaad is kortlevend < 1 jaar
Voorwaarden en groeiplaats
- Grondsoort: droge, voedselrijke tot stikstofrijke, bij voorkeur humus- en kalkhoudende zandbodems
- Licht: zonnige tot halfschaduwrijke plekken
- Vocht: droog, niet nat
- Ecologische voorkeur: grazige hellingen, bosranden, kapvlakten, spoorweginsnijdingen, bermen, muren in heemtuinen etc.
Ecologische waarde
- Status: inheems, maar zeldzaam in Nederland, sterk afgenomen – staat op de Nederlandse Rode Lijst als kwetsbaar of bedreigd
- Ecologische rol: biedt nectar en stuifmeel aan insecten (zoals bijen, hommels, vlinders)
- Behoud: diverse natuurorganisaties (zoals Utrechts Landschap, Het Levend Archief) zetten zich in voor behoud via zaadconservering en terugkeer van oude groeiplaatsen
Welke bijen vliegen op deze plant?
Torenkruid wordt bezocht door hommels, bijen (algemeen) en vlinders, vooral het oranjetipje.en trekt zowel kort- als langtongige bijen aan — denk bijvoorbeeld aan solitaire zandbijen, metselbijen en hommels die toegang krijgen tot nectar op ondiepe bloemen zoals bij torenkruid.