Hondsdraf

Algemene eigenschappen

  • Habitus: een kruipende, meerjarige bodembedekker van ongeveer 15–60 cm hoog. De stengel is vierkant, liggend tot opstijgend en wortelt bij de knopen 
  • Bladeren: niervormig tot rond met gekartelde randen; bij drogere of zonnige standplaatsen kleiner. De bladeren staan kruisgewijs tegenover elkaar aan de stengel 
  • Bij kneuzing ruik je een sterke, kruidige geur die aan netel doet denken

Bloei

  • Bloeitijd: van april tot en met juni (soms tot begin juli) 
  • Bloemen: paarsblauw (soms roze of wit), in armbloemige schijnkransen met meestal 1–6 bloemen per cluster. De onderlip is drielobbig, de bovenlip vlak. Meeldraden en stijl steken zichtbaar uit de kroon uit
  • Plant is gynodioecisch: sommige planten zijn functioneel vrouwelijk, anderen hermafrodiet, met daardoor kleinere vrouwelijke bloemen

Voorwaarden en groeiplaats

  • Standplaats: gedijt in zon tot halfschaduw, voorkeur voor humusrijke en vochthoudende grond 
  • Verspreiding: inheems in Europa en Azië, zeer algemeen in Nederland en België; veel voorkomend in bossen, bermen, tuinen, graslanden en ruige terreinen.
  • Weerstand: winterhard tot −25 °C, bestand tegen droogte (eens gevestigd), tolerant voor zeewind en luchtvervuiling. Weinig last van ziektes of plaaginsecten
  • Verspreidingstype: verspreidt zich vegetatief via wortelende knopen en zaad. Mieren verspreiden zaden via mierenbroodjes

Ecologische waarde

  • Trekt vele insecten aan, waaronder bijen, hommels en zweefvliegen 
  • Component van diverse plantengemeenschappen zoals voedselrijke eiken- en beukenbossen, struikvegetaties en nitrofiele zomen in Nederland en België 

Welke bijen vliegen op deze plant?

  • Diverse wilde bijen verzamelen pollen op Hondsdraf, waaronder:
    • Andoornbij, gewone sachembij,  kattenkruidbij
    • Wolkaarderbij
  • Daarnaast worden ook hommels, solitaire bijen en zweefvliegen waargenomen die floreren op de bloemen

Bijbehorende bijen

Bijbehorende wijken