
Bloei en bestuiving
Fruitbomen zoals appel, peer en kers bloeien in het voorjaar en zijn sterk afhankelijk van bestuiving door bijen: zo’n 80–90 % van de vruchten (appels, peren, kersen) ontstaat dankzij natuurlijke bestuiving door bijen.
Kruisbestuiving
Voor soorten zoals appel en peer geldt dat kruisbestuiving (bloesempollen van een andere cultivar) de oogstkwaliteit en opbrengst sterk verbeteren. Daarom worden vaak verschillende rassen naast elkaar geplant.
Ecologische waarde
- Economische en ecologische impact
Wilde bijen zorgen voor een aanzienlijk deel van de bestuiving. Bij Elstar-appels bijvoorbeeld voeren zij gemiddeld ruim 60 % van de bestuiving uit, en hun bijdrage is cruciaal voor de opbrengst en rentabiliteit. - Diversiteit voor betrouwbaarheid
Wilde bijen vliegen vaak onder koelere, minder zonnige omstandigheden dan honingbijen en beginnen vroeger of blijven langer actief. Zo vergroten ze de mogelijkheid om te bestuiven, zeker bij wisselend weer of bij schommelingen in populaties.
Welke specifieke bijen vliegen op deze plant?
- Rosse metselbij
Effectieve bestuiver op appel, peer, etc. Ze zijn hardwerkend, bezoeken veel bloemen per minuut en zijn actief bij bewolkt weer. - Gehoornde metselbij
Vliegt iets eerder in het seizoen en wordt ingezet voor vroege fruitsoorten zoals peer en kers. - Zandbijsoorten
Graven nestgangen in zonnige, losse grond. Vliegen op vroege bloeiers zoals fruitbloesem. - Gewone sachembij
Doet graag longkruid aan. Vliegt vroeg in het seizoen en bezoekt ook bomen met bloesem. - Hommels, zoals tuinhommel, akkerhommel, weidehommel en aardhommel. Deze hommels bezoeken diverse bloemen, inclusief fruitbomen, ook bij lagere temperaturen.