Sommige solitaire bijen hebben een sterke voorkeur voor één soort plant. De lathyrusbij is zo’n bij. Deze bij haalt
alleen nectar en stuifmeel bij voorkeur bij planten van de Lathyrusfamilie en dan hoofdzakelijk op brede lathyrus,
pronkerwt/reuk-of siererwt en veldlathyrus.
De bij hoort bij de familie van de mortelbijen hoewel het niet helemaal duidelijk is, soms wordt hij ook bij de behangersbijen ingedeeld.
Het vrouwtje heeft goudgele haren op de onderzijde van het achterlijf waarin het stuifmeel verzameld wordt.
De vrouwtjes worden gekenmerkt door brede, goudgele haarbandjes op het achterlijf.
De mannetjes zijn te herkennen aan de lange, witte haren aan de voorpoten en de brede
haarbandjes op het achterlijf.
Ze zijn tussen de 12 en 15 mm groot. Ze vliegen vanaf half april t/m eind augustus, vooral in juli.
De lathyrusbij gebruikt boorgaten in hout en bamboe als nestgelegenheid in gaten van 7-10 mm.
Helpen is vrij simpel. Door siererwten in de moestuin te planten, bijvoorbeeld tegen een
afscheidingshekje, creëer je samen met je mede moestuinnierders een leefgebied voor de
lathyrusbij. Indien er in de omgeving van de moestuin vlinderbloemige planten (zoals veldlathyrus,
rolklaver, beemdkroon) voorkomen is er voldoende voedsel voor de lathyrusbij.