Tuin tips:
​
-
Grondsoort: Voor je begint, zoek uit op welke grond je zit, zandgrond, klei, of
-
Zon, Half schaduw of schaduw
-
Denk aan het onderhoud, ook op langere termijn
-
Zorg voor variatie, van planten maar ook van hoogten
-
Rommelplekjes: Stenen, hout, zandhoopjes zijn ideale schuilplekken. Laat ook brandnetels of bramen staan; dit zijn geliefde waardplanten voor de rupsen van de vlinders;
-
Laat uitgebloeide bloemen met zaden zo lang mogelijk staan voor vogels. Bladeren mogen ook blijven liggen in het najaar. Snoei en ruim daarom zoveel mogelijk in het voorjaar
-
Gebruik biologische planten
-
Koop geen dubbelbloemige bloeiers, deze bevatten veel minder nektar en stuifmeel
-
Bedenk bij eenjarige bloeiers zaaien dat je veel onderhoud hebt. Dit is bij meerjarigen en vaste planten minder
-
Veel dier– en vogelsoorten broeden en leven voornamelijk in zogenaamde inheemse bomen en struiken. Dit zijn soorten die van nature in het Nederlandse landschap voorkomen. Voorbeelden zijn meidoorn, wilg, linde, lijsterbes, eik, berk, kardinaalsmuts, hazelaar en Gelderse roos. Soorten die ‘uitheems’ zijn, vinden vogels en insecten vaak minder aantrekkelijk. Dus hoe meer inheemse soorten, hoe meer leven in uw tuin.
-
Zorg ervoor dat er zolang mogelijk bloemen bloeien, dus van het vroege voorjaar tot laat in de herfst
-
Gebruik geen gifstoffen.
-
Gebruik geen potgrond, er zijn alternatieven